Warmtenet mooi alternatief voor gas als energiebron

Gepubliceerd op 30 juni 2022

Zonnepanelen en windmolens zijn de bekendste duurzame energie-opwekkers. ‘Maar elektriciteit vormt slechts 20 procent van onze totale energiebehoefte’, weet projectleider Energietransitie van Omgevingsdienst IJmond (ODIJmond), Marcus Sloog. ‘Liefst 80 procent is warmte. Daarom zijn we als ODIJmond zeer nauw betrokken bij de ontwikkeling van warmtenetten. Deze duurzame netwerken moeten ons straks definitief van het gas af helpen.’

De provincie Noord-Holland vindt het belangrijk dat er genoeg voorlichting komt op het gebied van de energietransitie. Daarom organiseert het Servicepunt Duurzame Energie periodiek digitale kennissessies. Afgelopen mei was het thema Op zoek naar een masterplan warmte. ‘Want met het alleen duurzaam opwekken van groene stroom kunnen we geen complete energietransitie maken’, weet Marcus Sloog, die als kennisexpert van ODIJmond aan dit webinar deelnam.

Twee manieren om warmtevraag op te lossen

We verwarmen onze Nederlandse woningen al zestig jaar met gas. ‘Maar we moeten minder CO2 gaan uitstoten. Bovendien willen we minder afhankelijk worden van geopolitieke zaken, zoals de extreem dure gasprijs vanwege de Russische oorlog in Oekraïne. Daarom zoeken we momenteel met een grote mate van urgentie naar een alternatieve, duurzame warmtebron’, vertelt Sloog. ‘We hebben momenteel twee manieren om onze warmtevraag in huis op te lossen. De eerste is een individuele aanpak, waarbij in elke woning een warmtepomp wordt geplaatst. Deze kunnen mensen zelf installeren, maar deze all electric oplossing vraagt heel veel stroom. Dat is soms een nadeel, omdat ons huidige electranet  vanwege netwerkcongestie nu niet toereikend is.’

Restwarmte waar we niks meedoen

Daarom wordt er ook naar een tweede oplossing gekeken, die bovendien veel meer huishoudens tegelijk kan bereiken en dus een grootschaliger impact heeft: het gebruik van warmtenetten. ‘Als je in de IJmond kijkt naar de lokale industrie, dan is er momenteel heel veel  waar we niks meedoen. Dat is zonde’, zegt Sloog. ‘Want als we al deze warmte afvangen en die bij elkaar opgesteld via een buizensysteem gaan transporteren, kunnen we straks grote warmtevragers, zoals woningcomplexen of sporthallen, met deze toch al beschikbare warmte-energie gaan verwarmen.’

Het kralenrijg-principe zorgt ervoor dat de infrastructuur steeds verder groeit

Het klinkt heel simpel. Maar hoe ga je zo’n gigantisch buizensysteem aanleggen, zodat uiteindelijk ons hele land op deze nieuwe manier verwarmd kan worden? ‘In steden als Utrecht, Amsterdam en Alkmaar zijn er al warmtenetten. In IJmuiden gaan we in de toekomst grote appartementencomplexen aansluiten op een warmtenet. Daar wordt op dit moment bekeken per complex hoe die aangepast kunnen worden zodat ze warmtenet-ready zijn. Dat betekent dat de eerste wijken in IJmuiden straks warmtenet-ready zijn’, legt Sloog uit. ‘Je begint dus zeer lokaal. Zo’n wijk is als het ware een eerste kleine kraal. Als er steeds meer wijken bijkomen, kun je die individuele kraaltjes als het ware aan elkaar rijgen, zodat de warmtenet-ketting steeds groter wordt. Dat doe je door die kralen te verbinden met buizen waardoor je de warmte over een steeds grotere afstand kunt transporteren.’

We moeten een masterplan bedenken voor een landelijk warmtenet

Het kralenrijg-principe moet er uiteindelijk voor zorgen dat de infrastructuur steeds verder groeit. Van wijken naar een hele stad. En van steden naar straks heel Nederland dat aangesloten zal zijn op één infrastructuur met een landelijke warmtenet-dekking. ‘Precies zoals de Nederlandse overheid in de jaren’60 heeft gedaan, toen we tijdens de eerste energietransitie van kolen naar aardgas zijn overgestapt’, weet Sloog. ‘Destijds moest er een compleet nieuwe infra voor gastransport worden uitgerold. Nu moeten we een masterplan bedenken hoe we samen tot een compleet en landelijk warmtenet kunnen komen. Het liefste weer met de overheid in de leidende rol bij de aanleg van de infrastructuur.’

Tata Steel produceert enorme hoeveelheden restwarmte

De realiteit is dat niet elke regio momenteel evenveel restwarmte kan opbrengen én dat die warmte ook niet op dezelfde manier wordt opgewekt. ‘Zo wordt voor het Alkmaarse net bijvoorbeeld de warmte gebruikt die vrijkomt bij de afvalverbranding van HVC’, geeft Sloog als voorbeeld. ‘In de IJmond heb je weer andere mogelijkheden om in de toekomst een warmtenet mee te vullen. Staalgigant Tata Steel produceert bijvoorbeeld enorme hoeveelheden restwarmte. Ook als het straks is overgestapt op staalproductie met groene waterstof als energiebron, zal er veel warmte als bijproduct vrij komen.’

Geothermie en aquathermie of afvangen restwarmte bij bedrijven

Maar je kunt in de IJmond ook heel goed warmte diep uit de grond halen via geothermie. ‘Of neem het Noordzeekanaal, waar je via aquathermie warmte uit het oppervlaktewater filtert’, vertelt Sloog. ‘We hebben hier bovendien twee rioolwaterzuiveringen, die een basistemperatuur leveren die we verder kunnen opkrikken. Of neem de vele visverwerkende bedrijven in de IJmond. Die hebben grote koelpakhuizen voor het bewaren van hun vis. En een koelkast is koud van binnen, maar warm van buiten. In de IJmond kunnen we al die vormen van warmte gaan afvangen en straks in hetzelfde aan te leggen warmtenet gaan samenbrengen.’

Warmtenet werkt het beste in gebieden waar veel hoogbouw is

Op de vraag waar een warmtenet het beste werkt, antwoordt Sloog: ‘In gebieden waar veel hoogbouw is. Daar heb je namelijk veel bewoners die een warmtevraag hebben. Hier is het bovendien lastiger om met warmtepompen aan de slag te gaan. Eigenlijk moet je ook kijken naar gebieden waar dan veel warmte te geven is. In de IJmond zijn bijvoorbeeld meer warmtebronnen aanwezig dan in het naburige Haarlem.’

Het warmtevraagstuk vraag 80 procent

Volgens Sloog moet de prioriteit nu liggen bij de betrokkenheid van de politiek. ‘We maken ons heel erg druk om de windmolens en zonneweides. Maar de groene stroom die zij leveren, vormt maar een deel van onze totale energiebehoefte. Daarom moet er veel meer gekeken worden naar het warmtevraagstuk, dat die deel voor z’n rekening moet nemen. We moeten nu snel oplossingen verzinnen. Dat proces is tot nu toe door de politiek steeds vooruitgeschoven.’

Vanaf 2026 verplicht een hybride warmtepomp óf aansluiting op warmtenet

Sloog verwacht dat er de komende vijf jaar steeds meer een gevoel van urgentie zal ontstaan. ‘De vrijblijvendheid om mee te gaan in de verduurzaming zal verdwijnen. Nu onze goedkope toevoer van Gronings gas is gestopt en we door de afhankelijkheid van de Russen aangewezen zijn veel duurder gas, wil de Nederlandse consument ook graag mee naar een nieuwe oplossing. Bovendien kondigt de overheid steeds meer maatregelen af. Zo werd recent bekend dat iedereen die in 2026 zijn eigen woning gaat verbouwen, verplicht wordt om een hybride warmtepomp te installeren. En zo komen er steeds meer van die regels. Als er nu bijvoorbeeld een gebied wordt aangewezen voor een warmtenet, is het nog heel vrijblijvend om daar in mee te gaan. Maar ik denk dat het op termijn echt afgedwongen wordt dat je als consument verplicht moet meedoen. Want dan zal zo’n gebied definitief worden afgesloten van gas.’


Marcus Sloog, projectleider