Handhaven is veel meer dan alleen boetes opleggen

Gepubliceerd op 15 december 2021

Het tv-programma EenVandaag stelde in oktober 2021 dat bedrijven die milieuregels overtreden daarvoor zelden straf krijgen. ‘Handhaving is geen toverformule waarmee overtredingen automatisch verdwijnen!’, vertelt jurist Bram Beemster van Omgevingsdienst IJmond (ODIJmond). ‘Als omgevingsdienst doen we ons handhavende werk op een objectieve, maar stevige manier. Een overtreding is een overtreding, waarbij we een goede relatie proberen te behouden terwijl we wet– en regelgeving volgen.’

Het tv-programma meldde in hun uitzending dat de 29 omgevingsdiensten van Nederland in 2019 in totaal 55.000 bedrijfscontroles hebben uitgevoerd. Bij 17.000 daarvan constateerden ze minstens één overtreding, waarbij ‘slechts’ 362 overtreders uiteindelijk een straf kregen opgelegd.

Primaire doel: overtreding oplossen

De conclusie van die uitzending was, dat een strafoplegging van slechts 2 procent van de overtredingen wel wat mager is, leggen we voor aan Bram Beemster ‘Ons primaire doel is nooit om een boete, een last onder dwangsom of een andere financiële straf op te leggen’, geeft Bram aan. ‘We zitten hier namelijk niet om geld te innen. We willen juist heel graag dat de overtreding zo snel mogelijk stopt en wordt opgelost. Dat is het belangrijkste voor de omgeving en het milieu. Als het lukt om de overtreding snel de wereld uit te helpen, is een straf dus ook niet meer nodig.’

Mix van daadkracht en tact

Bram, die met een korte tussenpose al sinds 2011 als jurist bij de ODIJmond werkzaam is, weet echter ook dat lang niet elke overtreder meewerkt. ‘Dan begint de omgevingsdienst een traject van handhaving, dat we zowel daadkrachtig als tactvol willen uitvoeren’, stelt Bram. ‘Wij staan niet zoals de politie met een flitscamera langs de weg, waar bij te hard rijden direct een boete uit volgt. Bij een overtreding is ons handhavingswerk vele malen bewerkelijker dan dat.’

Hoe verloopt een procedure?

Bram geeft een voorbeeld van hoe een handhavingsprocedure verloopt als een toezichthouder van een omgevingsdienst bij een bedrijfscontrole een overtreding constateert. ‘Stel een garagehouder heeft geen vloeistofdichte vloer. Dan kunnen er tijdens het repareren van auto’s vervuilende stoffen, zoals olie, de grond in lopen en dat mag natuurlijk niet’, zo begint Bram. ‘Als er dan ook geen plan voor incidentmanagement is, stelt onze toezichthouder een rapportage op en volgt er een pittig gesprek. Als de zaak niet urgent is, krijgt de overtreder al het geconstateerde in een brief. Hierin zeggen we ook binnen welke termijn hij het probleem moet oplossen.’

De volgende stap: een last onder dwangsom

In een ideale wereld gaat de overtreder dan direct aan de slag. Maar wat als hij het niet binnen de gestelde termijn regelt? Bram: ‘Als de waarschuwing niet werkt, dan komen we bij de volgende stap: een voornemen last onder dwangsom. We hebben dan de intentie om een boete op te leggen. Dat is een verplichting vanuit de wet. Je moet in dit proces de overtreder namelijk de kans geven om zijn persoonlijke zienswijze in te dienen. Dan geven wij hem nog steeds de kans om ondertussen het probleem op te lossen.’

Vervolgstappen en een redelijke termijn

‘Als die zienswijzetermijn is verlopen en de overtreding niet is verholpen, nemen we als omgevingsdienst een besluit last onder dwangsom’, vervolgt Bram. ‘Ook wordt er een toezichtsrapportage opgesteld. Aan de hand van die rapportage bekijk ik welke overtredingen er nog openstaan. Dan stel ik een besluit op, waarbij ik de eventuele zienswijze van de overtreder in meeneem. In het besluit krijgt de garagehouder wederom een redelijke termijn om het euvel op te lossen. De overtreder krijgt in deze brief te horen dat áls hij het niet op tijd regelt, hij een dwangsom moet gaan betalen.’

‘We komen dan acht weken later in de garage controleren of nu toch de vloeistofdichte vloer is gelegd. In theorie kan het zijn dat dit niet is gebeurd, of dat de garagehouder bovendien bezwaar heeft aangetekend en dat er een voorlopige voorziening bij de rechtbank is aangevraagd omdat hij het er niet mee eens.

Gang naar de rechter en invorderen

Als het zover komt, komt er een zitting bij de rechter. ‘Het is dan mogelijk dat het door ons opgestelde besluit wordt geschorst, totdat op het bezwaar is besloten. Het gevolg daarvan is dat we in de tussentijd ook niet kunnen doorgaan met de invorderingsprocedure. Dat blijft dan allemaal hangen.’
Als een bezwaar van de overtreder wordt verworpen én de overtreding nog steeds “in stand is”, dus die geldt dan nog, dán pas kunnen wij met de invordering beginnen. Bram: ‘Dan stellen we vast: er is een overtreding die nog niet beëindigd is. Op zo’n moment verbeurt de dwangsom en moet de overtreder die volgens de wet binnen zes weken betalen. Gebeurt dat niet, dan nemen we een invorderingsbeschikking, gaan we aanmanen. Vervolgens hebben we dan ook nog de tool van het dwangbevel.’ Maar let op: op dit moment is de overtreding nog steeds niet opgelost.

Kwestie van lange adem: drie tot vier jaar

Bram en zijn collega’s moeten tijdens de handhavingsprocedures dus een lange adem hebben. ‘Dit voorbeeld van de garagehouder zou van begin tot eind in potentie drie of vier jaar kunnen duren. Hier zitten veel man- en schrijfuren in. We willen zulke processen natuurlijk ook versnellen. We pakken daarom tussentijds de telefoon om de overtreder te bellen en in contact te blijven. Of we sturen nog een keer een toezichthouder langs. Dan proberen we met hem het gesprek aan te gaan. Hem te overtuigen dat het zowel voor hemzelf als de omgeving echt beter zou zijn als de overtreding zo vlot mogelijk wordt verholpen. Een deel van de overtreders is hier bevattelijk voor, maar helaas niet iedereen.’

‘We worden serieuzer genomen’

Toen Bram tien jaar geleden met dit werk begon, bestond ODIJmond net twaalf jaar. ‘We waren een redelijk nieuwe organisatie, waaraan bedrijven nog moesten wennen. Inmiddels zijn we veel bekender en worden we ook serieuzer genomen. Daarom zie je dat we uiteindelijk steeds minder lasten onder dwangsom hoeven op te leggen. Dat is een goede ontwikkeling.’

Rapport commissie van Aartsen

Onlangs stelde de commissie Van Aartsen in een rapport dat de Nederlandse omgevingsdiensten te weinig grip op bedrijven zouden hebben en dat de handhaving te wensen zou overlaten. Is Bram het daarmee eens? ‘Ik zou het prettig vinden als de handhavingsprocedures bijvoorbeeld niet jaren zouden kunnen duren. Maar dat is hoe de procedure momenteel is ingericht.

Zelf boetes opleggen: toeristisch verhuur en woonruimteontrekkingen

Er is nu wel één beleidsgebied waarop wij als ODIJmond namens het college van een gemeente zelf bestuurlijke boetes kunnen opleggen. Dat is bij toeristische verhuur en woonruimteonttrekkingen in gemeente Zandvoort. En dat werkt. Hierbij verzand je niet snel in dat lange traject van waarschuwen, zienwijzentermijnen en mogelijk voorlopige voorzieningen. Het is dus wel degelijk mogelijk om strikter en sneller op te treden, maar dan moeten wij als ODIJmond deze instrumenten krijgen en de ruimte om dit toe te passen.


Bram Beemster, jurist ODIJmond