De impact van burgerparticipatie

Gepubliceerd op 23 oktober 2019

Mensen zijn niet zo van de veranderingen. Zelfs niet als de noodzaak van die verandering op zich evident is. Als daar namelijk verplichtingen en kosten bijkomen zonder dat het duidelijk is waarom, daalt de bereidheid al snel tot onder het nulpunt. Daarom is het zo mooi om te constateren dat er steeds meer burgerinitiatieven van de grond komen op het gebied van duurzaamheid. Initiatieven die wel aanslaan.

Van Push naar Pull

In de hele IJmond barst het van de initiatieven op het gebied van duurzaamheid, vaak in samenwerking met Omgevingsdienst IJmond, die goeie initiatieven ondersteunt of initieert. ECO Heemskerk en Energiek Velsen zijn twee voorbeelden die inzetten op samenwerking, helderheid en duidelijkheid. Inwoners worden enthousiast omdat er van opgelegde maatregelen geen sprake is. In plaats van een push ontstaat er een pull op het gebied van duurzaam wonen. George Poel van ECO Heemskerk en Martijn Mewe van Energiek Velsen vertellen ronduit over behaalde successen en drijfveren en ze zijn beiden blij verrast over de bijval die ze krijgen. Zowel van bewoners in de regio als van verschillende instanties.

Minder kiften, meer doen

George Poel is gedreven, vol ambitie, maar ook realistisch en pragmatisch: ‘We gaan steeds verder over onze horizon heen kijken. Ooit wordt energie gratis en de weg daarnaartoe zijn we pas net ingeslagen. Met onze ervaringen helpen we anderen graag de stapjes naar die toekomst kleiner, zeg maar makkelijker en inzichtelijker, te maken. Onderaan de streep spelen financiën een belangrijke rol. Als dan de kennis ontbreekt hoe daar verstandig mee om te gaan ontstaat daar veel weerstand. Maar als we eerlijk zijn, zelfs als de kennis en de kunde er is, moeten die ook nog worden toegepast. En dat is weer een heel ander verhaal. Daarom zijn de gesprekken met Omgevingsdienst IJmond ook waardevol. Vanuit onze coöperatie komt veel informatie vanuit de gemeenschap naar voren en de afstemming in communicatie en ideeën zorgt voor een realistische kijk op vervolgtrajecten. We zetten daarmee een zoektocht naar de rede in, de juiste argumenten, eerlijke verhalen en duidelijke inzichten in de infrastructuur van de toekomst. We merken dat het soms bijna imagomanagement is. De tijd van kiften is wel voorbij, dat helpt ook niet echt bij het imago van de energietransitie. Het is nu gewoon tijd om er iets aan te doen en laten we dan met name de verstandige dingen doen.’

Samen zijn we sterk

Het grote voordeel van burgerinitiatieven is dat ze regionaal worden uitgerold. De inwoners zitten in een vergelijkbare situatie, door de samenwerking is een prijsvoordeel te realiseren en het is facultatief. Dwang en verplichting werken aanzienlijk minder goed dan vrijwilligheid en positieve

beloning. Mensen willen meedoen en er wordt niets opgelegd, wel uitgelegd. Ook Martijn Mewe ziet dat de sleutel ligt bij communicatie en kennisoverdracht: ‘Dat is ook de reden dat we echt bij bewoners langs gaan, aan de keukentafel uitleggen wat er gedaan kan worden. Omdat wij weten waar we vanuit de coöperatie voordeel kunnen bieden, kunnen we ook hele concrete voorstellen uitbrengen, specifiek voor een wijk. Zo hebben we al grote successen kunnen boeken met zonnepanelen en een tweede initiatief, spouwmuurisolatie, heeft ook veel aanpassingen aan woningen opgeleverd. Wij hebben bij Energiek Velsen inmiddels 600 leden, waardoor we echt een vuist kunnen maken. De volgende stap is ook om meer slapende leden wakker te schudden. Die leden krijgen dan een training tot energiecoach en gaan als getrainde bewoner en ervaringsdeskundige naar andere bewoners. De kennisoverdracht die daar plaatsvindt is oprecht en dient geen commercieel doel. Wel het doel meer mensen in beweging te zetten richting een duurzamer wereld.’

Van Eco-motief naar Ego-motief

Een belangrijk aspect bij het in beweging zetten van mensen, is het wegnemen van de onzekerheid. Het opleggen van maatregelen werkt dan niet erg stimulerend. George legt ook uit dat er minder vanuit het eco-motief moet worden geredeneerd, maar meer vanuit het ego-motief: ‘De hele energietransitie is zo’n grote operatie, dat je als individu niet het gevoel hebt echt iets te kunnen bijdragen. Het verhaal van de druppel en de gloeiende plaat. Maar als we duidelijk maken dat de maatregelen die je treft jezelf ten goede komen, dus meer vanuit persoonlijk voordeel praten dan vanuit collectief belang, is de bereidheid veel groter. Uiteindelijk kom je dan uit bij hetzelfde resultaat, de weg die we bewandelen is alleen anders, met name communicatief. Langzaamaan gaan mensen dan inzien dat geld anders wordt besteed, meer van consumptief geld, dus betalen voor gebruik, naar productief geld. Dus meer gericht op de installaties en infrastructuur.’

Collectieve Zonnestroom

Martijn geeft aan dat er steeds meer initiatieven ontstaan die verduurzaming als uitgangsprincipe hebben. Ook in samenwerking tussen burgers en bedrijven: ‘Neem nou Kennemer Energie. Dat is een samenwerking waarbij grote daken van bedrijven worden vol gezet met zonnepanelen. Die zonnepanelen worden gefinancierd door bewoners uit de buurt, die gebruik maken van de opgewekte energie of meedelen in de opbrengst. Op deze manier pakt iedereen wat verantwoordelijkheid en werken we met elkaar aan een betaalbare en efficiënte manier van verduurzaming. Natuurlijk lopen we dan ook wel eens tegen praktische problemen aan,

dat is eigenlijk altijd het geval bij nieuwe initiatieven, maar de wil is er. De eerste daken waar met collectieve zonnestroom wordt gewerkt zijn het Nova College, Prins Staal en Stormvogels. Ook hier zien we eigenlijk dat als er een rekenmodel van wordt gemaakt en iedereen ziet wat de kosten en de baten zijn, we met mooie initiatieven verder komen’. Eigenlijk zien we ook hier dat het ego-motief soms meer aanzet tot handelen dan het eco-motief. Maar laat dat de natuur nou net een zorg zijn.

Bron: Magazine Leven, editie 6